Het is moeilijk om een serieuze analyse over Brazilië te slijten zonder het superieure toontje en de clichés van samba, carnaval, voetbal, corruptie en sloppenwijken

Eindelijk: de Olympische Spelen zijn voorbij, zonder noemenswaardige incidenten. We halen hier in Brazilië opgelucht adem en hoeven onze vingers niet meer gekruist te houden. Terug naar de chaos van alle dag. Gelukkig geen terreuraanslagen. Lang was onduidelijk of het transportsysteem af zou komen, maar het lukte. Er waren wat probleempjes met de behuizing, maar die werden opgelost. God toonde dat hij Braziliaan is door net op tijd de Guanabara Baai en de Rodrigo de Freitas Lagune schoon te blazen. En niet onbelangrijk: het Braziliaanse voetbalteam won dit keer van Duitsland.

Een mooie opening, dat vond iedereen. Gelukkig geen referenties aan Brazilië als opkomende wereldmacht, zoals China in Beijing in 2008. Dt kan momenteel ook eigenlijk niet. Wel wat gênante clichés zoals de “cat walk” van Gisele Bündchen als “Garota de Ipanema”. Iedereen kent hier de echte Garota de Ipanema, maar die is 71. Tom Jobim was ook een soort milieu-activist en ze hadden zijn muziek beter daarvoor kunnen bewaren. Uiteindelijk deden ze zoiets in de sluiting. Niettemin een mooie show.

Excuus
Toch zit me iets dwars. De Brazilianen zijn meestal te diplomatiek om het hardop te zeggen, maar ik als botte Hollander niet: De wereld is Brazilië een excuus verschuldigd voor alle tendentieuze en negatieve publiciteit die over het land uitgestort is. Vorige week had de New York Times een artikel van Roger Cohen, die hier in de jaren 80 correspondent was, met zijn kritiek op het etnocentristische gedram van de Amerikaanse pers in de aanloop van de Spelen, over wat er allemaal mis is met Rio. Hij stoorde zich vooral aan het gebrek aan erkenning voor de geweldige vooruitgang van Brazilië sinds hij hier woonde.
I am tired, very tired, of reading negative stories about these Brazilian Olympics — the anger in the slums, the violence that continues (including the armed robbery of four American swimmers), the enduring gulf between rich and poor, the occasional organizational hassles, the Russian doping and the Brazilian mosquito, money that could supposedly have been spent better than extending the Metro (…). First, Brazil was never going to get the job done in time for the Olympics; now that it’s shown so much success and held a magnificent opening ceremony, it’s blamed for not having resolved every one of its social problems in time for the Games.

Cohen wist toen nog niet dat de beroving van de Amerikaanse zwemmers die hij noemt gelogen was. Het heeft ook in Nederland in de krant gestaan: hoe de dronken atleten zich misdragen hebben in de wc van een pompstation en, na te hebben moeten betalen voor de aangerichte schade, een verhaal verzonnen over beroving door de politie. De Brazilianen waren not amused. Ondanks de geweldige economische problemen waar het land mee kampt hebben ze 80.000 manschappen ingezet om de veiligheid van de toeristen te garanderen. Eén is er doodgeschoten tijdens de Spelen. Is dit hun dank?

Valse aangifte van een misdrijf kan hier 6 maanden celstraf opleveren. Dat gebeurt natuurlijk niet. Er zijn excuses aangeboden, er komt een schenking aan het sport-centrum waar Rafaela Silva, de judo-kampioen uit Rio’s sloppen-wijken, traint en alles loopt met een sisser af. Maar een commentator van Globo News kon niet nalaten om Ryan Lochte, de hoofd-schuldige, een “babaca” (zak) te noemen.

Morele superioriteit
Geen soortgelijk wangedrag van Nederlandse sporters voor zover ik weet. Wc’s in vreemde landen vandaliseren is onze stijl niet. Maar onze morele superioriteit demonstreren met commentaren over wat er allemaal mis is in die landen, dat kunnen we ook. Daar hebben we niet eens Olympische Spelen voor nodig. Links kan het nog beter dan rechts. Rechts doet hier af en toe broederlijk mee met de locale corruptie (zie SBM affaire), want er moet geld verdiend worden en “zo werken de dingen nu eenmaal in dat soort landen”. Maar etnocentrisme van links in de pers kan moeiteloos doorgaan voor “maatschappij-kritiek”, liefst geleverd vanuit Rio de Janeiro, want daar heb je alles lekker dicht bij de deur, zodat je ‘s ochtends misstanden in de sloppen-wijken aan de kaak kan stellen en ‘s middags aan het strand bekomen van alle verontwaardiging.

Rio is noch de hoofdstad noch het economisch centrum van Brazilië, maar wie wil er in São Paulo wonen waar je verder weg moet om de armoede te ervaren, waar de sloppenwijken lang niet zo fotogeniek zijn, waar je geen strand hebt en waar je soms het gevaar loopt onverhoeds op een stukje vooruitgang te stuiten? Dat laatste kan trouwens zelfs in Rio. Een uurtje rijden van het Olympische dorp heb je bij voorbeeld het IMPA, een wiskunde-instituut van wereldformaat, met sinds 2014 een winnaar van de Fields medaille, een soort Nobel Prijs voor de wiskunde.

Betekent dat dat het wel los loopt met de problemen van Brazilië? Nee, natuurlijk niet. Zoals veel genialiteit in Brazilië is het IMPA een eilandje. Dat er daar buiten van alles niet klopt zal iedere Braziliaan beamen. De Nederlandse pers had het geregeld over “Braziliaans nationalisme” tijdens de Spelen. Er bestaat hier nationalisme, maar niet van dat soort. Ik ken weinig volken die zich zo bewust zijn van hun tekortkomingen als de Brazilianen. OK, die “Brasil” jingle op de TV als ze scoren klinkt voor Nederlandse oren merkwaardig. Maar dat is overcompensatie. Toen het Braziliaanse vrouwelijke handbal-team verloor van Nederland vonden ze allemaal dat Nederland domweg beter was. Usain Bolt en Michael Phelps zijn hier waanzinnig populair. De gouden medaille van Rafaela Silva zien velen hier als een ongelofelijke individuele prestatie waar Brazilië als land weinig eer mee behaalt. Het partijsysteem hier is een ramp, maar er bestaat geen ultra-nationalistische partij zoals de PVV. En ja, Santos Dumont was de eerste vliegenier, net zoals Laurens Janszoon Coster de boekdrukkunst uitgevonden heeft. Ja toch?

Serieuze analyse
In plaats van te blijven hameren op alles dat hier verbetering behoeft, met niet altijd even toepasselijke metaforen waar het thuisfront zijn vooroordelen in terug kan vinden, zou de berichtgeving na de Spelen eens wat meer kunnen gaan over wat de Brazilianen daar zelf aan proberen te doen. Zonder oneigenlijke identificaties met de Nederlandse of Amerikaanse politiek. Ik was ook tegen de impeachment van Dilma Rousseff. Maar de anti-corruptiebeweging vergelijken met de Tea Party? Toe nou! De correspondenten hier willen misschien wel, maar het is moeilijk om in Nederland een serieuze analyse over Brazilië te slijten zonder het superieure toontje en de clichés van samba, carnaval, voetbal, corruptie en sloppenwijken. August Willemsen klaagde daar veertig jaar geleden al over. Zo lang Brazilië, de Olympische Spelen daar gelaten, voor Nederland meer commercieel dan politiek belang heeft zal dat ook wel zo blijven.