De berg van overheidsobligaties met een negatieve yield groeide eind juni voorbij de $10 triljoen (volgens ratings bureau Fitch). Een negatieve yield is een effectief rendement dat lager is dan 0%. Bill Gross, mede oprichter van PIMCO, waar hij lange tijd een van de grootste actief belegde obligatiefondsen managede, noemde het een ‘supernova die gaat exploderen’. In geval van een ster zou de grote hoeveelheid licht die bij een supernova-uitbarsting wordt uitgestraald nog een mooie bijkomstigheid kunnen zijn. Voor obligatiebeleggers voorspelt dit weinig moois. Mary Pieterse-Bloem, Hoofd Obligaties bij ABN AMRO PBI, waarschuwt echter om op basis van dit soort angstverhalen obligaties van de hand te doen. Haar stelling is dat obligaties een belangrijke rol blijven spelen in een beleggingsportefeuille. Er zijn bovendien zoveel verschillende soorten obligaties dat er altijd wel types tussen zitten die kansen bieden.
Het probleem van een negatieve yield is natuurlijk dat de obligatie niet eens belooft om inflatie goed te maken. Dat betekent dat per saldo en bij gelijkblijvende yields de reële waarde kleiner wordt dan de oorspronkelijke inleg. Nu is het verschil met inflatie nog niet zo groot, pak ‘m beet een half procentje, maar als inflatie oploopt en yields negatief blijven door het beleid van de Europese Centrale Bank dan wordt dit wel nijpend. De oplossing die dit probleem de afgelopen jaren het hoofd heeft geboden, is dat obligatieprijzen zijn opgelopen omdat de yields flink daalden. Dit kan niet tot in het oneindige doorgaan. Vandaar dat ook wij bij ABN AMRO al geruime tijd een onderwogen positie in obligaties hebben aanbevolen in de totale beleggingsportefeuille. Maar zelfs dan nog spelen op deze lage yieldniveaus obligaties een belangrijke rol, met name in tijden van stress. Bijvoorbeeld na de onverwachte Brexit uitkomst van het EU referendum in het Verenigd Koninkrijk, worden aandelen en masse verkocht en vluchten beleggers met hun geld naar relatief veilige obligaties.
In de vastrentende portefeuille bevelen wij obligaties aan die aantrekkelijk zijn in de bijzondere omgeving die we nu hebben. Dit zijn bijvoorbeeld inflatie-gerelateerde obligaties die nu bij lage inflatieverwachtingen relatief goedkoop aangekocht kunnen worden en gaan renderen als de inflatie oploopt. De Nederlandse overheid geeft geen inflatie-gerelateerde obligaties uit, maar een aantal landen om ons heen doet dat wel. Gunstig zijn bijvoorbeeld ook bedrijfsobligaties die over het algemeen nog een positieve yield hebben. Deze obligaties zijn recent toegevoegd aan het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank. Deze drijft daardoor de prijzen van die obligaties omhoog. Tot slot, bieden obligaties van opkomende landen ook kansen, vooral als beleggers de risico’s in Europa na de Brexit en nu weer de Italiaanse banken wat te hoog vinden worden. De staatsgreeppoging in Turkije laat zien dat een belegging in opkomende landen met de nodige risico’s gepaard gaat. Echter, het voordeel van het innemen van een positie op opkomende landen aan de obligatiekant is dat een dergelijke belegging gespreid wordt over 62 landen, terwijl bijvoorbeeld de aandelenindex (MSCI EM) over 23 landen verdeeld is. Als een belegger bereid is om langs de negatieve yields heen te kijken, blijken er al gauw toch nog steeds voldoende interessante mogelijkheden te zijn met obligaties.